Door Shanna Pettens
In mijn vorige artikel vertelde ik hoe het misverstand ontstond dat cannabis een negatieve invloed op het menselijke brein zou hebben. Hoewel het beruchte onderzoeksrapport uit 1974 behoorlijk wat imagoschade teweegbracht, bleef de wetenschappelijke interesse voor de cannabisplant gelukkig groot.
De afgelopen decennia hebben er verschillende studies plaatsgevonden die aantoonden dat cannabinoïden juist een positief effect hebben op uiteenlopende lichamelijke en mentale processen. Cannabinoïden zijn de stoffen die zich aan de receptoren van ons endocannabinoïde systeem (ECS) binden. Er bestaan twee soorten: endocannabinoïden en fytocannabinoïden.
Endocannabinoïden zijn neurotransmitters, een soort signaalstoffen die door het lichaam zelf worden aangemaakt. Als er voldoende lichaamseigen cannabinoïden geproduceerd worden, functioneert ons ECS optimaal. Wanneer dit niet het geval is, ontstaat er een onevenwicht en kunnen er allerlei fysieke en psychische klachten opduiken.
Fytocannabinoïden zijn cannabinoïden afkomstig van de cannabisplant. De twee bekendste, CBD en THC, hebben een bewezen medicinale werking. De reden waarom ons lichaam zo goed op deze stoffen reageert, is omdat ons ECS ze als lichaamseigen herkent. Onze endocannabinoïde receptoren maken met andere woorden geen onderscheid tussen lichaamseigen en botanische cannabinoïden.
Geheugen en het leervermogen
In 2005 onderzocht een neuro-psychiatrische onderzoekseenheid aan de Canadese universiteit van Saskatchewan de effecten van HU-210 op de hersenen van ratten. Deze synthetische cannabinoïde is maar liefst 100 tot 800 keer krachtiger dan THC en heeft bovendien een langdurigere werking. De zeer geconcentreerde en sterk gezuiverde cannabinoïde vloeistof werd rechtstreeks in de hersenen van de proefdieren ingespoten.
Het team onder leiding van professor Xia Zhang ontdekte dat het brein van de proefdieren die regelmatig HU-210 toegediend kregen nieuwe hersencellen aanmaakte. De groei van nieuwe hersencellen, ook wel ‘neurogenese’ genoemd, vond ondermeer plaats in de hippocampus. Dit hersengebied wordt onder meer in verband gebracht met leren en geheugen, ruimtelijke oriëntatie en stressregulatie.
Op basis van deze vaststelling kunnen we veronderstellen dat HU-210 ook bij mensen gebruikt zou kunnen worden om beschadigingen in bepaalde hersengebieden te behandelen. De sterk geconcentreerde cannabinoïde stimuleert immers de aanmaak van nieuwe hersencellen, waardoor beschadigde cellen (sneller) vervangen worden. Dankzij dit proces van celvernieuwing is het brein – tot op een zekere hoogte – in staat om zichzelf te herstellen.
Depressie
De hippocampus wordt niet enkel in verband gebracht met informatieverwerking en -opslag, maar ook met stemmingsstoornissen. Wetenschappers vermoeden dat een depressie aangewakkerd kan worden door onvoldoende aanmaak van nieuwe hersencellen in dit gebied. Hoewel het nog niet geheel duidelijk is, bestaat er mogelijk ook een verband met angststoornissen.
Als deze theorie correct is, zou HU-210 ingezet kunnen worden om stemmingsstoornissen te behandelen door de groei van nieuwe hersencellen te stimuleren.
Unieke eigenschap van THC
Professor Zhang stelt dat cannabis het enige genotsmiddel is dat de groei van nieuwe hersencellen stimuleert. Andere ‘verslavende’ drugs – inclusief alcohol en nicotine – remmen neurogenese juist af. Deze bijzondere eigenschap maakt cannabis uniek. De THC-olie die uit de plant gewonnen wordt kan dan ook voor allerlei medicinale toepassingen gebruikt worden.